Home | Contact | Links       
Antonie Pannekoek Archives

Pressedienst

Bron: a.a.a.p.


De ideologie van het nationalisme


Bron:   Radencommunisme : Marxistisch maandschrift voor zelfstandige klassebeweging, 2e jrg., nr. 1, 1939 / Groep van Internationale Communisten. – Bron originelen: i.i.s.g. , Amsterdam, Collectie Henk Canne Meijer. – Getranscribeerd en uitgegeven voor Rätekommunismus , met medewerking van de Association Archives Antonie Pannekoek.


Het kapitalisme van de burgerlijke bloeiperiode, dat in zijn structuur zuiver privaatkapitalisme was schiep de ideologie van het nationalisme. Want bij zijn ontplooiing had het groter ruimte nodig voor zijn warenproductie, grotere markten voor de afzet van zijn waren, bredere perspectieven voor zijn tendens tot expansie. En zeker niet minder had het behoefte aan bescherming door invoerrechten, het waarborgen van zijn rechtsverhoudingen, kredietbescherming, politie- en militaire macht. Dit alles konden de vele kleine staatjes van vroeger hem niet verzekeren. Zo versmolten de vele kleine staatjes, die tot rem voor de ontwikkeling geworden waren, tot de eenheid van grotere naties.

De ideologische keuken kneedde in het begrip natie alles dooreen, wat als taal, gevoel voor de geboortegrond, jeugdherinnering, levensgewoonten enzovoort de ziel van de mens van kindsbeen af aan bepaalde geografische districten bindt. Zo werden ook verschillende lagen van de bevolking voor het nationalisme gevangen, en er aan geketend. Aan zijn verdommende invloed prijsgegeven was vooral de arbeidersklasse, door het ontbreken van klasseninzicht, gemakkelijk misleid, het voornaamste slachtoffer. Tot het socialisme van de nationalistische vooroordelen en boeien bevrijdde en zich voor het internationalisme uitsprak.

Zeer zeker was dit internationalisme voorlopig slechts een verovering van het verstand. Want het bestond uit een eenvoudige optelling van de verschillende nationalismes, of het was een schema van de utopische wereldrepubliek uit het tijdperk van de grote leermeesters van de Franse revolutie. Dit internationalisme was dus een kwestie van het hoofd. Het hart bleef meer of minder in het nationalisme gevangen. En in gevallen waar een beslissing genomen moest worden, was het irrationele van het hart meestal sterker dan het rationalisme van het hoofd.

Zelfs een zo abstracte leer als het bolsjewisme, die tot uiterste spitsvondigheid met glasharde begrippen en ijskoude logica werkte, bood bij zijn eerste ernstige beproeving in de politieke werkelijkheid het verrassend-pijnlijke schouwspel, dat het de rest van nationalistische burgerlijkheid nog niet kwijt was. Dit bleek vooral in de door de bolsjewistische regering gepropageerde en praktisch toegepaste formule van het recht van de kleine naties, om hun eigen politieke lot zelf te bepalen, “hierbij inbegrepen de staatkundige afsplintering van Rusland”. Dit was een ondubbelzinnige erkenning van het nationalistische beginsel.

Rosa Luxemburg heeft dit nationalisme der Bolsjewiki heftig bestreden, zijn utopisch-kleinburgerlijk karakter scherp aan de kaak gesteld en zijn verderfelijke gevolgen voor de toekomstige ontwikkeling van de proletarische klassenstrijd blootgelegd.

Men kan niet dikwijls genoeg of met te veel nadruk op de beschouwingen van Luxemburg wijzen, gezien het feit, dat niet alleen het fascisme een nieuwe golf van nationalisme over de aarde doet vloeien, maar dat ook Rusland zelf een soortgelijke ontwikkeling doorloopt.

We schetsen hier de argumentatie van Rosa Luxemburg door de aantal citaten uit haar brochure:

Die Russische Revolution, uitgegeven door Paul Levy (Verlag Gesellschaft und Erziehung, Berlin 1922) (*). Daar staat:

“dat het vraagstuk van de nationale stromingen en afscheidingstendensen middenin de revolutionaire strijd geworpen, ja, door de vrede van Brest[-Litovsk] (**) op de voorgrond geschoven en zelfs tot wachtwoord van socialistische en revolutionaire politiek gestempeld werd, heeft de grootste verwarring in de rijen van het socialisme gebracht en de positie van het proletariaat juist in de randlanden ondermijnd (blz. 93) […] Terwijl Lenin en zijn partijgenoten klaarblijkelijk verwachtten; dat ze als verdedigers van de nationale vrijheid de Oekraïne, Finland, Polen, Litauen, de Balkanlanden, de Kaukasiën enzovoort tot evenzovele trouwe bondgenoten van de Russische revolutie zouden maken, zagen we juist het tegenovergestelde: de ene na de andere van deze naties gebruikte de pas verkregen vrijheid ertoe zich als doodsvijand van de revolutie met het Duitse imperialisme te verbinden en onder zijn bescherming het vaandel van de contrarevolutie naar Rusland te dragen (blz. 90) […] De werkelijke klassentegenstellingen hebben tot de interventie van Duitsland in de Oekraïne en in Finland geleid. Maar de Bolsjewiki hebben de ideologie geleverd, die deze opmars van de contrarevolutie maskeerde, ze hebben de positie van de bourgeoisie versterkt en die van het proletariaat verzwakt (blz. 95) […] In plaats van de proletariërs in de randlanden voor iedere afscheiding te waarschuwen, als zijnde een zuiver burgerlijke valstrik, hebben ze de massa’s juist verward en hen aan de demagogie van de burgerlijke klasse uitgeleverd. Door deze eis van het nationalisme hebben ze zelf het uiteenvallen van Rusland tot stand gebracht en hen eigen vijanden het mes in de hand gedrukt, dat deze in het hart van de Russische revolutie zouden stoten (blz. 94-95) […] In plaats van in de geest van de nieuwe nationale klassenpolitiek, die ze anders aanhingen, de meest compacte samenvatting van alle revolutionaire krachten op het hele gebied van het rijk na te streven, de onaantastbaarheid van het Russische rijk, als gebied van de revolutie, met hand en tand te verdedigen, de saamhorigheid en onafscheidelijkheid der proletariërs van alle naties binnen het bereik der Russische revolutie als hoogste gebod der politiek tegenover alle nationalistische strevingen te stellen, hebben de Bolsjewiki door de dreunende nationalistische frases van het zelfbeschikkingsrecht tot de staatkundige afscheiding, de bourgeoisie in alle randstaten juist het meest gewenste, schitterendste voorwendsel, juist het vaandel voor haar contrarevolutionaire strevingen geleverd (blz. 94) […]”

Rosa Luxemburg gaat verder:

“Zo was het aan de Bolsjewiki voorbehouden met de frase van het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren koren te laden op de molen van de contrarevolutie en daarmee niet alleen de ideologie voor het neerslaan van de Russische revolutie te leveren, maar ook voor de contrarevolutionaire liquidatie van de hele wereldoorlog. (blz. 96) […] Het is duidelijk, dat de frase van het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren en de hele nationale beweging het grootste gevaar voor het internationale socialisme vormt (blz. 97) […]”

Deze woorden van Rosa Luxemburg, hadden profetische waarde. Want tot de contrarevolutionaire liquidatie van de oorlog hoorde vooral het Verdrag van Versailles met z’n eisen tot herstelbetalingen en ontwapeningsbepalingen, dat later de springplank van de nationalistische revanche werd en tegenwoordig het grootste gevaar voor het socialisme vormt.

Het Duitse fascisme had in bijzondere mate belang bij het versterken van het nationalisme. Wel was het monopolie-kapitalisme, de drijvende kracht van het fascisme, zelf reeds lang over de nationale grenzen van zijn ontwikkeling heen gegroeid. In de vervlechting en ineenstrengeling, kartellering en versmelting met buitenlandse monopolies had zijn internationaal karakter zich vol ontwikkeld. En in zijn imperialistische politiek was het zijn actieve en agressieve overschrijding van de nationale tendensen en belangen ten volle bewust.

Maar het monopolie-kapitalisme had voor zijn verdere imperialistische doeleinden het nationalisme van het moederland als opmarsgebied nodig. Want het verlangt bewapening en de daartoe benodigde gelden van de staat, het heeft het nationale leger nodig, de chauvinistische gezindheid van de bevolking en de bereidheid tot de oorlog van de hele natie – alles voor zij veroveringspolitiek, zijn rooftochten en oorlogsavonturen. Het scheppen van deze ideologische voorwaarden en praktische bereidheid, deze door het ontplooien van schreeuwerige propaganda te ontwikkelen tot hoerastemming en tot oorlogswaanzin te doen stijgen en iedere tegenactie brutaal neer te slaan – dát is de nationale zending van het fascisme.

Men moet toegeven, dat het fascisme deze zending schitterend heeft vervuld. Het heeft de ideologie van het nationalisme tot de ideologie van de weerbaarheid omgevormd en onder beroep op de menselijke angst hiervoor niet alleen begrip gevonden, maar zelfs begeesterde bijval geoogst. In de praktijk heeft de idee van de weerbaarheid zich in de gedaante van noodzakelijkheden voor de staat van alle gebieden van maatschappelijk leven meester gemaakt: het bedrijfsleven, het bestuur, de openbare mening, techniek, wetenschap, opvoeding, kunst enzovoort. Alle krachten, middelen, sympathieën, impulsen en driften van het nationale leven zijn in dienst van de nationale belangen gesteld. Dat zijn de belangen van het monopolie-kapitalisme, de politiek van wereldverovering, van het imperialisme. Terwijl van deze belangen is Duitsland vastbesloten de hel van een Tweede Wereldoorlog te ontketenen.

Hoe vreselijk dit vooruitzicht ook is, toch ligt hierin iets vanzelfsprekends. Wie op het standpunt van kapitalistische noodzaak staat, moet ook de imperialistische oorlog aanvaarden en wie deze aanvaardt moet het nationalisme met al zijn gevolgen aanvaarden. Daardoor zijn de democratische staten niet minder nationalistisch dan de fascistische, niet minder bereid het nationalisme in dienst der oorlogsvoering voor kapitalistische belangen te stellen. Als ze tegen het fascisme willen strijden, dan alleen, omdat ze hierin een concurrent zien, die hun de baas is, die hun economische positie in de wereld bedreigt. Wanneer ook hun ontwikkeling de trap van het fascisme bereikt heeft, zullen ze dit ook zonder enig bedenken een zorgvuldig gekweekt nationalisme ter beschikking stellen.

Nationalisme betekent het recht op staatshulp. In kritieke, moeilijke, gevaarlijke situaties in de strijd om het bestaan zoekt de nationalistische mens, alleen of in groepen en klassen met anderen verbonden, hulp bij de staat, bij de natie.

Anders de socialistische mens of de tot klassenbewustzijn ontwaakte proletarische klasse. Zij zoeken hulp bij zichzelf, in aaneensluiting met anderen, in solidair werken, in de strijd van de klasse. Zij verwachten geen redding van een burgerlijke instelling of strijdwijze, geen hulp van een burgerlijke staat of de natie. Zij heffen de oorzaak van het gevaar, dat hun bestaan bedreigt, op, door het opheffen van de burgerlijke maatschappij. En ze vormen een samenleving, waarin het gevaar voor hen niet meer bestaat.

De burgerlijke mens heeft dus het recht nationalistisch te zijn. Als nationalist handelt hij formeel juist, al moge het praktisch misschien zonder succes zijn. De socialistische mens daarentegen begaat een onrecht tegenover zijn klasse, als hij zich op het pad van het nationalisme begeeft. Of hij heeft het gebod van zijn politieke overtuiging nog niet begrepen, of hij pleegt verraad. Zowel op de ene als op de andere wijze is hij schuldig. Want door zijn houding worden de belangen van de bourgeoisie bevorderd en die van het proletariaat benadeeld.

In deze zin kon Rosa Luxemburg reeds voor twintig jaar de Bolsjewiki met de vinger nawijzen, toen ze de aanklacht deed, dat de Bolsjewiki door hun nationalisme het grootste gevaar voor het wereldproletariaat opgeroepen hebben. Zij sprak het woord “verrader” niet uit, maar het staat er ongeschreven tussen de regels van haar verbitterde polemiek.

In deze tijd kunnen we de juistheid van haar aanklacht bevestigen. Want haar voorspelling is uitgekomen. Het bolsjewisme heeft niet alleen de Russische revolutie gecorrumpeerd, het heeft ook geholpen de revoluties in Duitsland en Hongarije neer te slaan, de revoluties in China en Spanje te verraden. Het heeft het hele wereldproletariaat aan de contrarevolutie uitgeleverd.

En dit in het verloop van dezelfde ontwikkeling, waarin de vroegere revolutionairen aangeland zijn bij de verheerlijking van Peter de Grote als nationale held en het proclameren van het “socialisme in één land”. Wanneer zal hun nationalisme zijn bekroning vinden in een pact tussen Stalin en Hitler ()?

Opmerking: bovenstaand artikel werd in mei 1939 geschreven.


Redactionele aantekeningen

*) Die russische Revolution . Zuerst veröffentlicht 1922 von Paul Levi nach dem handschriftlichen Manuskript aus dem Nachlaß.

**) Zie: Brest-Litovsk.

†) Dat kwam heel snel in de vorm van het Molotov-Ribbentrop Pact  van 23 August 1939.


Compiled by Vico, 5 October 2021