Home | Contact | Links | ||
Bron: a.a.a.p. |
Rusland en de grote nederlaag van de Duitse arbeidersklasse in 1933Bron: Radencommunisme : Marxistisch maandschrift voor zelfstandige klassebeweging, nr. 10, 1939 / Groep van Internationale Communisten. – Bron originelen: i.i.s.g. , Amsterdam, Collectie Henk Canne Meijer. – Getranscribeerd en uitgegeven voor Toen ons tijdschrift nog uitkwam onder de naam van p.i.c., drukten wij in het maartnummer 1933 (bij de verovering van de macht door Hitler) een artikel af, getiteld Klassenstrijd in Duitsland. Omdat in dit artikel veel materiaal is dat onze tegenwoordige lezers nog niet kennen drukken wij het, iets verkort, nog eens af. Het luidde als volgt: […] De k.p.d. is in de illegaliteit gedreven en staat nu voor de scherven van haar eigen politiek. De k.p.d. was sinds jaren de grote ideologische bondgenoot en tegelijk concurrent van het fascisme voor zover het de nationalistische ophitsing der massa’s betrof. Niet alleen op de sociaaldemocratie en de vakbeweging maar ook op de derde internationale en haar handlanger de k.p.d. rust de zware schuld van de voorbereiding van deze ontzettende nederlaag van de arbeidersklasse, doordat ze niet de belangen der proletarische revolutie, de ontwikkeling van het proletarisch bewustzijn, tot middelpunt van haar werkzaamheid maakte, maar de belangen van de Russische staat. Rusland, dat in 1921 in de diepste ellende verkeerde, onder andere doordat de door het westers kapitaal gefinancierde legers van de contrarevolutie een bovenmenselijke strijd op 23 fronten deed ontbranden, moest vóór alles trachten zijn bedrijfsleven opnieuw op te bouwen. Het moest daartoe machines en grondstoffen die het zelf nog niet kon vervaardigen uit het buitenland betrekken en dus was er alles aan gelegen, handelsverdragen met de kapitalistische mogendheden af te sluiten. Daarom moesten in de kapitalistische landen de brede massa’s tot hulptroepen voor de buitenlandse handelspolitiek van Rusland gemaakt worden. De arbeidende massa’s moesten twee dingen bewerkstelligen; ten eerste moesten ze een kracht tegen de bourgeoisieën vormen, om Rusland op militair gebied geen moeilijkheden in de weg te leggen en ten tweede moesten zij ze dwingen, een vredelievende handelspolitiek tegenover Rusland te voeren. Bij de desolate toestand waarin Rusland verkeerde, was dit land bij een revolutie, in het bijzonder in Duitsland, niet gebaat, omdat deze het bedrijfsleven volkomen zou ontwrichten en de directe hulp die Rusland voor zijn opbouw nodig had zou doen uitblijven. Rusland was wel gebaat bij een regeringswisseling in de kapitalistische landen, die in regelmatig ruilverkeer met Rusland wilde treden en de benodigde machines en grondstoffen op krediet wilde leveren. Voor deze politiek waren brede massapartijen nodig met een sterk burgerlijke inslag. Daarom ging de Derde Internationale er in 1921 toe over, de uitgesproken revolutionaire groeperingen, zoals in Duitsland de K.A.P.D. en in Italië de Bordigisten, uit haar rijen te stoten, om aansluiting te zoeken bij de linkse sociaaldemocraten ( in Duitsland smolt de u.s.p. samen met de c.p. tot de Verenigde Communistische Partij (1)). De k.p.d. moest nu de massa veroveren ook al was deze niet communistisch. Voor de doeleinden van de Derde Internationale was het werken met onbewuste massa’s de voorwaarde om haar politieke doeleinden van steun aan Rusland, het achterstellen van de belangen van de revolutie bij de belangen van de Russische opbouw, te kunnen doorvoeren. “Onderaan” was de onbewuste massa, die moest varen in het kielzog van de partijbonzen “aan de top”, die de politiek bepalen. Het beheersen van onbewuste massa’s bepaalt dat ieder eigen initiatief dat van onder naar boven welt, wordt onderdrukt: het organisatorisch apparaat kan alleen bezet worden met gewillige werktuigen van de opperste leiding, met marionetten, die alleen in leidende functies komen doordat zij ieder zelfstandig oordeel missen. De communistische partijen vormen daarom de organisatie van de geestelijke armoede van het proletariaat. De k.p.d. moest nu de massa veroveren, om tot massapartij te worden. Daarom stelde zij geen waarlijk revolutionaire parolen op, maar sloot zij aan bij de burgerlijke instincten der massa’s. Het nationalisme, dat diep in de intellectuele, kleinburgerlijke en proletarische lagen wortelde werd het uitgangspunt voor de groei naar de massapartij. En dus veroverde de k.p.d. de massa niet, maar de k.p.d. werd veroverd door de burgerlijke massa. De uitplundering van de Duitse massa’s door het Verdrag van Versailles (2) was het aangrijpingsvlak voor de groei naar de massapartij en voor de groei naar de regeringsmacht. De kapitalisten uit de overwinnende landen trokken jaarlijks enorme sommen uit de Duitse bevolking. Zodat de Derde Internationale verklaarde, dat Duitsland feitelijk tot koloniaal gebied was geworden, waar de vreemde kapitalisten een gemakkelijk arbeidsloos inkomen vandaan sleepten. Duitsland had zijn “onafhankelijkheid” verloren, het was een door vreemde overheersers “onderdrukt” land geworden. Duitsland was van een imperialistische land geworden tot een “natie”, die nog voor zijn nationale “onafhankelijkheid” moest vechten tegen de vreemde overheersers! En we weten dat dit in Moskouse taal betekent: een eenheidsfront met kapitalistische klassen die zich ook van het vreemde juk willen bevrijden! Zó stelde de k.p.d. of liever Moskou de kwestie ook voor Duitsland. De formulering daarvan vinden we in de “Stellingen en resoluties aangenomen in het uitvoerend comité van de Derde Internationale in december 1926”; zie Inprecorr (3), nr. 11, blz. 220, Engelse uitgave. Ze luidde als volgt: “Voor zover Duitsland een overwonnen en uitgeplunderd land was, onderworpen door het overwinnende imperialisme van de Entente en dientengevolge een land werd, dat onder bepaalde voorwaarden in staat was een rechtvaardige oorlog voor nationale bevrijding tegen de imperialisten van de Entente te voeren, en voor zover deze verdediging van haar onafhankelijkheid door de bourgeoisie werd gesaboteerd was het de taak van de communisten, de laffe en aarzelende onwil wil der Duitse bourgeoisie tegen het Entente (4)-imperialisme op te stuwen door een krachtige tussenkomst van de arbeidende massa’s. In dit geval was het noodzakelijk de kapitalisten als de verraders van de gehele Duitse natie te doen zien en het proletariaat als de enige werkelijke strijders voor de bevrijding van het gehele land tegen de vreemde imperialisten te tonen […] Daarom kon de arbeidende klasse de kwestie van de nationale verdediging voor Duitsland niet zo stellen als zij het in een imperialistisch Duitsland had moeten doen.” Zoals hierboven reeds werd aangegeven was de Duitse bourgeoisie te laf om “de rechtvaardige oorlog voor nationale bevrijding” te voeren. Wij voor ons geloven echter niet aan die lafheid, maar zoeken de verklaring in het feit, dat de grote bourgeoisie aan de vreemde overheersers schatten verdiende door de leverantie der oorlogsschattingen. Maar de intellectuelen, de handeldrijvende middenstand, de beambten en het proletariaat waren het kind van de rekening, omdat ze tot op het gebeente werden uitgezogen. Zo ontstonden twee belangrijke partijen die de “nationale bevrijdingsstrijd” wel wilden voeren, namelijk de fascistische partij der intellectuelen en het kleinburgerdom der k.p.d. Ze stonden enerzijds als ideologische bondgenoten voor een gemeenschappelijke taak en anderzijds als concurrenten die elkaar in nationalistische oorlogsophitsing de loef poogden af te steken. Daaruit is ook het verschijnsel te verklaren, dat er voortdurend een groot ledenverloop is geweest van de fascisten naar de communisten en van de communisten naar de fascisten. Om tot regerende massapartij te worden moest de proletarische revolutie van het program geschrapt worden en vervangen worden door: op voor een arbeidersregering! Door een machtige “volksbeweging” moest de regering tot aftreden gedwongen worden, waarbij dan een ministerswisseling een arbeidersregering aan het bewind moest brengen. Zoals bekend is dit in Saksen gelukt, er kwam een arbeidersregering tot stand, waarbij de S.P.D. en de k.p.d. de ministerszetels deelden. De taak van deze arbeidersregering was natuurlijk niet de doorvoering van de sociale revolutie, dat kan geen enkele regering, de taak was zelfs niet de directe opheffing van het Verdrag van Versailles. Radek (5) zegt in zijn bestrijding van de slappe houding van de Vorwärts (6): “En hebben wij de plicht te strijden tegen de verslaving van Duitsland door het Verdrag van Versailles? De Vorwärts kan dit niet ontkennen […] En wij beloven de massa’s niet, dat als heden in Duitsland een arbeidersregering komt, deze in staat zou zijn de last van Versailles in een handomdraai van Duitslands schouders te nemen. Haar wij weten ten eerste dat wij zouden proberen deze last van de schouders van de armen van de arbeiders te nemen, dat wij de last op hen zouden leggen die haar kunnen dragen. Ten tweede weten wij ook, dat wij tegen het Verdrag van Versailles konden en zouden strijden zoals het Russische volk gestreden heeft en strijdt tegen de pogingen tot verslaving. De arbeidersregering […] zou moedig, indien nodig, ook de gewapende strijd tegen het verdrag van Versailles voorbereiden!” De rechtvaardige oorlog voor nationale bevrijding onder directe aanvoering van de oude Duitse generaals of, als de bourgeoisie te laf was, onder leiding van een “arbeidersregering” werd de hoeksteen der k.p.d.-politiek. Daarbij werd bewust aangestuurd op een samengaan van de twee partijen, die voor de “vrijheid van het Duitse volk” streden: de fascistische partij en de k.p.d. Graaf Reventlow (8), de leider van de fascisten, schreef hoofdartikelen over de samenwerking in de Rote Fahne (9), welke door Radek, eveneens in de Rote Fahne werden beantwoord. Omgekeerd gingen de kopstukken van de k.p.d. met hun nationalistische ophitsing naar de fascistische intellectuelen. Zo sprak Ruth Fischer (10) (bestuur der k.p.d.) op 25 juli 1923 in een vergadering van studenten te Berlijn over het onderwerp: Waarvoor stierf Schlageter? (opmerking: Schlageter was een fascist die door de Fransen tijdens de Ruhr-bezetting werd doodgeschoten). Zij sprak de heren fascisten als volgt toe: “Het Duitse rijk, de Duitse cultuurgemeenschap, de eenheid van de natie, kunnen allen gered worden, als gij, mijn heren van de Duits-völkische zijde (dat zijn de fascisten) erkent, dat gij gemeenzaam moet strijden met de massa’s, die in de communistische partij georganiseerd zijn […] Gij roept tegen het jodenkapitaal op, mijne heren? Volkomen juist. Trap de jodenkapitalisten neer, hang ze op aan de lantaarn, vernietig ze!!!” Na deze pracht inleiding betreffende de proletarische strategie van de k.p.d. volgde de discussie, waarbij dr. Rosenberg (11) (k.p.d.) op de volgende wijze een eenheidsfront met de fascisten bepleitte: “De k.p.d. zou met een grote lijst van doden naar voren kunnen komen (Liebknecht, Luxemburg), maar het verleden moet begraven blijven, het gaat er nu om, de dingen die ons verenigen naar voren te brengen.” En de Rote Fahne van 18 augustus 1923 veroorlooft zich de opmerking: “Zelfs met lui, die Liebknecht en Rosa Luxemburg vermoord hebben zullen wij samengaan, als ze in onze rijen treden.” Toch kon het niet tot een daadwerkelijk eenheidsfront komen, omdat de k.p.d. van twee wallen moest eten. Naast de nationalistische verpesting van de massa’s moest ze tevens de dagelijkse klassenstrijd voeren en vormden ze een element van onrust in het Duitse bedrijfsleven. De kleinburgerlijke middenstanders en intellectuele van de fascistische aanhang zagen hierin een bedreiging van hun levensbelangen, zodat ze een direct samengaan met de k.p.d. niet aandurfden. De k.p.d. ondervond hiervan geen nadeel, want zij groeide werkelijk tot massapartij. De fascistische partij daarentegen maakte geen noemenswaardige vorderingen. De oorzaak daarvan ligt, zoals reeds opgemerkt is, in de remmende invloed van het grootkapitaal. Zolang dit nog aan de uitplundering van de massa door het Entente-kapitaal schatten verdiende, volgde het de “verzoeningspolitiek” van Rathenau (12), Stresemann. Maar toen Noord-Frankrijk was opgebouwd en de leveringen in “natura” werden stopgezet veranderde dit. Met het ophouden van deze leveringen was een groot deel van het afzetgebied van het Duitse grootkapitaal drooggelegd. De “lafheid” van het Duitse grootkapitaal veranderde in moed. Ook dit gaat de strijd tegen het Verdrag van Versailles beginnen, omdat haar belegde miljoenen gevaar gaan lopen. Zodoende zien wij sinds 1928 een plotselinge snelle stijging van de fascistische beweging: ze wordt nu door het grootkapitaal gefinancierd. Terwijl het fascisme eerst een beweging van de handeldrijvende middenstand, de intellectuelen en het beambtendom was, wordt het nu een beweging in dienst van het groot-kapitaal, die al deze lagen van de bevolking voor zijn wagen spant, wat door middel van de pers niet al te moeilijk viel. In wezen is deze ongehoorde groei van het fascisme dus een crisisverschijnsel. En wel in deze zin, dat de winsten opgehouden hebben te vloeien, zodat de kapitalen met vernietiging worden bedreigd. Daarom moet de Duitse bourgeoisie zich nu voor een nieuwe oorlog gereed maken… zoals alle andere staten ook doen. Daarom moet ze nu het Verdrag van Versailles doorbreken, moet ze een nieuw leger opbouwen, moet ze de “gelijkberechtigdheid” met de andere bourgeoisieën eisen. De Derde Internationale laat de grondbeginselen van de proletarische bevrijdingsstrijd losWe lieten hier boven zien, hoe de k.p.d. nu staat voor de ruine van haar eigen politiek, hoe ze nationalistische geesten heeft helpen groot maken, waarvan ze tenslotte zelf het slachtoffer weid. Of eigenlijk is het niet de politiek der k.p.d., want deze kan en ken nooit zelf politiek bepalen; het is Rusland, dat door middel van zijn buitenlandse filiaal de k.p.d. deze ontzettende debacle over de Duitse arbeidersklasse bracht. In z’n drang naar het snel oefenen van invloed op de militaire en handelspolitiek van de kapitalistische landen ten opzichte van Rusland heeft het de Derde Internationale de k.p.d. gedwongen de grondbeginselen van de proletarische bevrijdingsstrijd prijs te geven en over te lopen naar de grootscheepse proletariërs-verpesting inzake de gemeenschappelijke belangen, die het proletariaat en de bourgeoisie op bepaalde punten zouden hebben. Het is echter juist de grootste verovering van het proletarisch bewustzijn, dat we tot het inzicht gekomen zijn, dat proletariaat en bourgeoisie niets, maar dan ook letterlijk niets gemeen hebben. De “eenheid van de natie”, of de “duitse cultuurgemeenschap”, waarmee Ruth Fischer (k.p.d.) de arbeiders bedriegt, de strijd om de rechten van het Duitse “volk”, waarmee Radek zijn steentje in de arbeidersverdomming bijdraagt, bestaan helemaal niet. Rosa Luxemburg (13) schreef reeds in 1908 in een pools tijdschrift (“Przegloud Socjaldemocratyczny”) een serie artikelen over “Het nationaliteiten vraagstuk en de autonomie” (=zelfbestuur), waaraan we hieronder een en ander ontlenen (vertaald uit k.a.z. (14), nr. 25, maart 1927): “In een klassenmaatschappij bestaat ‘Het Volk’ als sociaal-politieke eenheid niet! Daarentegen bestaan in ieder volk klassen met tegengestelde belangen en ‘rechten’. Er is letterlijk geen maatschappelijk gebied van de ruwste tot de fijnste morele verhoudingen, waarin de bezittende klassen en het klassenbewuste proletariaat overeenkomen, waar zij als ongedeelde nationale Eenheid zou kannen optreden. Op het gebied van de economische verhoudingen vertegenwoordigt de burgerlijke overal de belangen der uitbuiting en het proletariaat de belangen van de arbeid. Op het gebied der rechtsverhoudingen is het privaatbezit de grondsteen van de burgerlijke maatschappij, terwijl het belang van het proletariaat de bevrijding van de bezitsloze mens van de heerschappij van de eigendom verlangt. Op het gebied van de rechtbank vertegenwoordigt de burgerlijke maatschappij het klassen-‘recht’, het recht van de dikbuiken en heersenden, terwijl het proletariaat de grondstelling verdedigt, dat men de sociale invloeden op de mens en de menselijkheid in aanmerking moet nemen […] Zelfs op het gebied der zogenaamde algemeen menselijke begrippen, in de inzichten omtrent kunst, de opvoeding, vertegenwoordigen de belangen, de wereldbeschouwing en idealen van de bourgeoisie en die van het proletariaat twee afzonderlijke kampen, die door een afgrond gescheiden zijn […] Omdat juist de begrippen ‘volk’, ‘recht’ en ‘wil van het volk’ als een ongedeeld geheel […] een overblijfsel is uit een tijd van de onrijpe en onbewuste tegenstelling tussen bourgeoisie en proletariaat, daarom is het gebruik een onoverbrugbare tegenstelling gezien uit de gezichtshoek van het klassenbewuste en zelfstandig georganiseerde proletariaat […] Het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren zal eerst in die maatschappelijke orde ophouden een frase te zijn, waar ook het ‘recht op arbeid’ heeft opgehouden alleen maar rook te zijn […].” Dit inzicht, dat bourgeoisie en proletariaat hoegenaamd niets gemeen hebben, is de hoeksteen van de proletarische bewustwording. Het is onze huidige zwakte en onze toekomstige kracht. Onze talrijke klasse van rijkdom voortbrengende armoedzaaiers kan alleen rijk worden in dit klassen-inzicht, in deze bewustwording. Daarom is dit het middelpin van waaruit ons hele denken en doen straalt, zonder ons op schijnmacht van samenwerking met andere klassen te laten leiden. Wie nog gemeenschappelijke belangen van onderdrukkers en onderdrukten ziet, wie nog schermt met woorden als “de eenheid van de natie”, de “bevrijding van het ‘volk’”, de rechten van een “volk”, bewijst daarmee, dat hij nog vaart in het kielzog van de burgerlijke denkwijze. En wie nog met dergelijke begrippen opereert tegen beter weten in, zoals de Derde Internationale en haar aanhang, is een bewuste bedrieger van het proletariaat. Wij beschuldigen de Derde Internationale, dat ze ter wille van het Russische staatsbelang de eenvoudigste beginselen van de proletarische maatschappijbeschouwing om hals brengt, om in dit opzicht met pak en zak naar de bourgeoisie over te lopen, de arbeidende massa’s daarbij overleverend aan ontzettende nederlagen, zoals de Duitse arbeidersklasse er een bij de Hitler-dictatuur heeft kunnen incasseren. Want het noodlottige van deze burgerlijke denkwijze is, dat de arbeiders in hun zwakte hulp en steun zoeken waar deze niet is, namelijk bij andere klassen, waarmee ze hun eigen nederlagen voorbereiden. Rusland bewapent de Duitse bourgeoisie!In de strijd om de handelsverdragen tussen het Russische staatskapitalisme en het privaat-kapitalisme van de andere landen volstond Rusland niet met de geestelijke verpesting van de massa’s, maar ze verleende directe militaire steun aan de Duitse bourgeoisie, dat is aan de Duitse contrarevolutie. In een geheim militair verdrag van 15 maart 1922 tussen de Duitse en de Russische machthebbers, werd de Duitse oorlogsindustrie, die door het Verdrag van Versailles aan banden gelegd was, voor een deel naar Russische bodem overgebracht (de tekst van dit verdrag, benevens de sleutel voor de code-woorden zijn afgedrukt in k.a.z., nr. 59, 9e jaargang 1928). Het enige, wat de massa’s in “de meest democratische republiek ter wereld”, Duitsland, voorlopig van het geval gewaar werden, was, dat de rijksregering bij de Rijksdag een fonds van 60 miljoen mark vroeg voor een “bijzondere afdeling” van de Rijksweer, waarbij “in het belang der natie” geen “nadere aanduiding” gegeven kon worden. Tot ieders verbazing stemde ook de k.p.d. op 23 maart 1926 tezamen met de Duits-nationalen en de Völkischen (de fascisten) voor deze versterking van de contrarevolutie. Van de honderden miljoenen, die reeds voor die tijd in de “zaak” gestoken worden, vernam men eerst later. Het spreekt vanzelf, dat de sociaaldemocratie haar vaderlandse plicht in deze ook niet verzaakte; de overeenkomst kwam trouwens onder Ebert (15) tot stand. In roerende eensgezindheid stond “het gehele volk” achter de regering. De nationale gedachte overheerste de nationale geschillen, of zoals Radek het zegt: “de zaak van het volk tot de zaak van de natie gemaakt, maakt de zaak van de natie tot de zaak van het volk”. Het spreekt vanzelf, dat het voor de k.p.d. geen prettige gewaarwording was, toen het militaire bondgenootschap tussen “Sowjet-Rusland” en de Duitse contrarevolutie uitlekte. Eerst poogde men het te ontkennen, maar ten slotte moest men het toegeven en dus stelde men het als een handige, revolutionaire politiek voor. De wijze, waarop het geval goedgepraat moest worden, kunnen we ervaren uit de beschouwing van Arthur Ewert (16) (partijbestuur k.p.d.) op de districtspartijdag te Hamburg. Wij lezen daaromtrent in de “Hamburger Volkszeitung” (k.p.d.) van 1 maart 1927: “Nu nog een woord over de Sowjet-granaten. Partijgenoten! Nemen we bijvoorbeeld de Turkse regering. Deze voerde een oorlog tegen Griekenland. En Sowjet-Rusland heeft aan de Turkse regering ook wapenmateriaal geleverd. Dit is een onbestreden en vaststaand feit. Diezelfde Turkse regering heeft echter tegelijk de communisten in Turkije ten scherpste vervolgd; ook dit is een onbestreden feit. Onze partij in Turkije werkte onder de moeilijkste omstandigheden, maar ondanks dat werd de strijd van deze nationale Turkse regering tegen de voortroepen van het westerse imperialisme door Sowjet-Rusland ondersteund. Dit moet men de arbeiders duidelijk maken.” Dit samengaan van Rusland met de Duitse contrarevolutie was van verstrekkende betekenis, want het leidde tevens tot een samengaan in de komende oorlog voor “de rechten van het Duitse volk”. Op Boecharin (17) rustte de taak de massa’s gewillig in een nieuwe oorlog onder hun oude Duitse generaals te voeren. Hij bereidde dit als volgt voor: “Mogen proletarische staten, uitgaande van de doelmatigheden van de strategie van het gehele wereldproletariaat, militaire blokken sluiten met burgerlijke staten? Er is hier geen principieel verschil tussen een lening en een militair verbond. En ik beweer, dat we al zo gegroeid zijn, dat wij een militair verbond met een andere bourgeoisie kunnen sluiten, om door middel van deze burgerlijke staat een ander burgerdom te verpletteren […] Bij deze vorm van landsverdediging, van een militair verbond met burgerlijke staten, is het de plicht van de kameraden van zulk een land, dit blok tot de overwinning te brengen” De k.p.d. was bereid dit ontzaglijke verraad aan de arbeidersklasse door te voeren. De militaire formatie, die de revolutionair willende arbeiders hadden gevormd, de rode frontstrijdersbond werd reeds bij voorbaat aan de Duitse bourgeoisie aangeboden, om “de Duitse cultuurgemeenschap” te verdedigen. Het aanbod geschiedde door Clara Zetkin (19) (k.p.d.) in het parlement. zij verklaarde: “Duitslands toekomst berust op een nauwe belangengemeenschap in maatschappelijk, politiek, en wanneer het zijn moet ook in militair opzicht met de Sowjet-Unie […] Ik geloof zelfs, in tegenstelling tot de heer Wells, dat het niet zo zonder uitzicht is, als hij zich dat voorstelt, dat onder bepaalde omstandigheden samenwerking tot stand komt tussen de Rijksweer en de rode frontsoldaten […]” Slechts een klein deel van het Duitse proletariaat doorzag het schurkachtig spel, dat met de massa’s werd gespeeld. En het is de onvergankelijke verdienste van de Kommunistische Arbeiter-Partei Deutschlands, de k.a.p.d., de Russische politiek aan een meedogenloze kritiek te hebben onderworpen. De felheid van haar aanvallen noodzaakte de Derde Internationale zelfs zich te verweren. En weer was het Boecharin, die met dat vieze baantje werd belast. Op 8 januari 1927 zei hij op de gouvernementsconferentie van de Bolsjewiki in Moskou: “Gij weet allen zeer goed, dat Duitsland in die tijd de vreedzaamste tendens tegenover ons belichaamde, waarbij het een zeer grote rol speelde, dat Duitsland tijdelijk ten prooi was aan een nationale onderdrukking, een vernedering, een directe uitplundering door de imperialistische staten. Ik herinner hier overigens, dat zowel onze partij, alsook alle andere communistische partijen juist met het oog op deze bijzondere toestand in Duitsland het met volste recht voor mogelijk gehouden hebben zelfs een burgerlijk Duitsland tegen de overweldiging door de imperialistische staten te verdedigen. Als tegenwoordig enige burgerlijke politici van het burgerlijke Duitsland, hun sociaaldemocratische spreekbuizen en ultralinkse renegaten van het communisme proberen, onze houding in deze kwestie als een soort zondeval en ondeugd onzerzijds voor te stellen. Zo kunnen wij hen vanaf deze tribune nogmaals verklaren, dat de communistische partij van ons land en de door de Communistische Partij geleide Sowjetstaat steeds en overal aan de zijde van alle onderdrukte en zelfs nationaal burgerlijke staten zal staan, zodra zij door de imperialistische rovers van alle kanten aangegrepen worden. Dat is ons richtsnoer, deze lijn hebben wij doorgevoerd en zullen we doorvoeren, voor zover zich zulke gevallen ook in de toekomst zullen voordoen. En Rusland heeft woord gehouden! In september 1932 verraste de Duitse bourgeoisie de zogenaamde “ontwapeningsconferentie” met de mededeling, dat ze niet aan de beraadslagingen zou deelnemen, zolang Duitsland als minderwaardige staat werd behandeld. Zij eiste, dat Duitslands militaire macht in overeenstemming gebracht zou worden met die de andere bewapeningen. Met andere woorden: Rusland (20) eiste een grotere bewapening van Duitsland! En het was aan Rusland en Italië voorbehouden, deze eis van “het onderdrukte Duitsland” te ondersteunen! Voor de tweede maal bewapent Rusland de Duitse contrarevolutie! “Deze lijn hebben wij doorgevoerd en zullen wij doorvoeren.” En Rusland heeft woord gehouden! 6 februrari 1933! Litvinov (21) biedt aan de vergaderende kapitalisten op de zogenaamde “Onwapenings-Conferentie” zijn “oorkonde van de rechten van de volkeren” aan. Rusland kent geen klassen meer, maar praat met de internationale bourgeoisie mee over de “rechten der volkeren” wat onder het kapitalisme nooit anders is geweest en nooit anders zijn zal dan de rechten der bezittende klassen! “De enige arbeidersstaat ter wereld” “de dictatuur van het proletariaat” biedt de bourgeoisie de volgende oorkonde aan: “Uitgaande van het gelijke recht van alle naties op onafhankelijkheid, veiligheid en verdediging, veiligheid en zelfverdediging, bezield door het streven in het belang van de algemene vrede aan ieder volk het recht te verzekeren, zich vrij op de door hemzelf gekozen weg en in het door hemzelf gekozen tempo te ontwikkelen en om tot dit doel de veiligheid, onafhankelijkheid en volkomen onaantastbaarheid van zijn gebied en zijn vrijheid tot zelfverdediging tegen een aanval of een inval van buiten, maar uitsluitend binnen de eigen grenzen, volkomen te waarborgen, in de overtuiging, dat het noodzakelijk is, aan de internationale organen die vast moeten stellen, wie de aanvallende partij is, richtlijnen en aanwijzingen te geven, verklaart de algemene commissie: […]” (dan volgt een opsomming van wat de bourgeoisie – in het document staat natuurlijk “het volk” – wel mag en niet mag). We willen hier niet de algemene betekenis van dit schandedocument van “de dictatuur van het proletariaat” onderzoeken, omdat we nu alleen de werking van Rusland op de klassenstrijd in Duitsland onderzoeken. Wij voeren het dan ook alleen aan, om te doen zien, dat Rusland tot op de huidige dag zijn woord getrouw is en de Duitse bourgeoisie bewapent. De Moskauer Rundschau van 12 februari 1933 vestigt hierop als volgt de aandacht: “De werkenden in de Sowjet-Unie […] nemen met de grootste tevredenheid kennis van de stap door de Sowjetregering in Geneve gedaan. Maar ook andere volkeren, die om hun onafhankelijkheid strijden, zullen de waarde der sowjetvoorstellen weten te schatten. Inderdaad! Het Duitse volk, dat is de Duitse bourgeoisie die de politiek bepaalt, zal het naar waarde schatten! Ze aanvaardt gaarne het recht op veiligheid en zelfverdediging, omdat dit betekent het “recht” op het vormen van een grote militaire macht, dat betekent, het “recht” om bij haar zelfverdediging het proletariaat opnieuw de dood in te jagen voor haar belangen! “De enige arbeidersstaat ter wereld” smeedt de Duitse bourgeoisie en het Duitse proletariaat tot het Duitse volk aaneen, dat zijn “onafhankelijkheid” moet bevechten. Dat wil zeggen: Rusland wil in de komende nieuwe wereldoorlog met de Duitse bourgeoisie samengaan! Nawoord van mei 1939Zoals uit het bovenstaande blijkt, schreven we in 1933: “Rusland wil in de komende nieuwe wereldoorlog met de Duitse bourgeoisie samengaan” Het leek echter al heel gauw, of we ons in dit opzicht vergist hadden, want Rusland en Duitsland stonden na 1933 fel tegenover elkaar. Na die tijd hebben we in Rusland ook de uitroeiing der oude Bolsjewiki zoals Boecharin enzovoort gehad. Zij werden ervan beschuldigd, vriendschappelijke betrekkingen met de Duitse Rijksweer te onderhouden. Met andere woorden, ze werden ervan beschuldigd, dat ze zich in de buitenlandse op Duitsland oriënteerden. Deze beschuldigingen berusten waarschijnlijk wel op een bepaalde waarheid, omdat Rusland met de Duitse bourgeoisie heeft samengewerkt vanaf 1922 (onder Lenin en Trotski (22)) tot februari 1933 onder Stalin. Het is dus zeer goed mogelijk, dat Boecharin, Zinovjev (23) enzovoort de oude politiek ook verder wilden voortzetten. De vijandige houding van Hitler tegenover Rusland maakte deze politiek echter, in ieder geval voorlopig, onmogelijk, zodat de Russische machthebbers zich op een samengaan met de grote kapitaalmachten Frankrijk en Engeland ging oriënteren. Bij de “vrede” van München, waarbij de Russen volkomen werden uitgeschakeld, is echter wel gebleken, dat de westerse kapitaalmachten alleen in de uiterste nood een verbond met hun Aziatische concurrent aangaan. Zodoende is het samengaan van Rusland met de Duitsland, of de “neutraliteit” van Rusland bij een oorlog van Duitsland tegen de westerse machten weer binnen het gezichtsveld der praktische politiek gekomen. Terwijl Hitler vroeger in zijn redevoeringen felle aanvallen op Rusland deed, hoort men daar tegenwoordig niets van. En omgekeerd is een toenadering van Rusland tot Duitsland na de vrede van München niet te miskennen. Het heeft er alle schijn van, dat de oude lijn van het ondersteunen van de Duitse bourgeoisie, een lijn, die niet door Rusland, maar door Hitler werd afgebroken, nu weer zal worden voortgezet (24). Redactionele aantekeningen1. Vereinigte Kommunistische Partei Deutschlands . 3. Inprecor . 4. Entente . 5. Karl Radek (1885-1939). 6. Vorwärts . 7. Niet in: Karl Radek, Leo Schlageter: The Wanderer into the Void , juni 1923; ook niet in: Karl Radek, The Winding-Up of the Versailles 8. Ernst Graf zu Reventlow (1869-1943). 9. Rote Fahne . 10. Ruth Fischer (1895-1961). 11. Arthur Rosenberg (1889-1943). 12. Walther Rathenau (1867-1922). 13. Rosa Luxemburg (1871-1919). 14. Kommunistische Arbeiter-Zeitung (Berlin) 1920-1932. 15. Friedrich Ebert (1871-1925). 16. Arthur Ewert (1890-1959). 17. Nikolaj Boecharin (1880-1938). 18. Vierde Congres. 19. Clara Zetkin (1857-1933). 21. Maksim Litvinov (1876-1951). 22. Lev Trotski (1879-1940). 23. Grigori Zinovjev (1883-1936). 24. Dat werd bevestigd door het Molotov-Ribbentroppact van augustus 1939. Compiled by Vico, 17 September 2021 |
Overzicht |