Home | Contact | Links       
Antonie Pannekoek Archives

Pressedienst

Bron: a.a.a.p.


Groeiend fascisme in Frankrijk


Bron:   Radencommunisme : Marxistisch maandschrift voor zelfstandige klassebeweging, nr. 8, 1939 / Groep van Internationale Communisten. – Bron originelen: i.i.s.g. , Amsterdam, Collectie Henk Canne Meijer. – Getranscribeerd en uitgegeven voor Rätekommunismus , met medewerking van de Association Archives Antonie Pannekoek.


Wetsdecreten

De vroegere Volksfrontman Daladier, democraat bij uitnemendheid, heeft voor een paar weken geleden krachtige taal gesproken, die ieder rechtgeaard vaderlander uit het hart gegrepen was. Met schrik en afgunst constateerde hij, dat de fascistische landen als enorme wapenfabrieken werken, waarbij de arbeidersmassa’s zich als was laten kneden in de handen van de machthebbers. Met schrik omdat deze machtigen de Franse kapitalen gaan bedreigen. Met afgunst, omdat de Franse arbeidersklasse nog niet zo ver onder de knoet van de bezittende klasse was gebracht. Wel had deze het in 1936 verloren terrein weer stap voor stap teruggewonnen door middel van het Volksfront, maar ze kan daar niet bij blijven stilstaan. Wil ze met succes tegen de machtig geconcentreerde economische en politieke macht van de fascistische staten op kunnen, dan moet ze eenzelfde organisatie op politiek en economisch terrein doorvoeren. De voorbereiding van de oorlog “tegen het fascisme” eist de doorvoering van het fascisme.

De bezittende klasse eist daarom bij monde van Daladier, dat alle nationale krachten moeten worden ingespannen voor een sterk, welvarend en onafhankelijk Frankrijk. Frankrijk moet een grote werkplaats worden, waar ieder zonder moren z’n grote taak zal vervullen en ieder gedragen moet zijn van de grote Franse vrijheidsgeest. En in deze grote taak moeten alle lagen der bevolking hun steentje bijdragen, samen lijden, samen strijden, samen overwinnen.

Daladier eiste daarom praktisch, het parlement buiten werking te stellen, door met eigenmachtige wetsdecreten te regeren. Hoe deze er uit zouden zien, was voorlopig het geheim van de bezittende klasse. Maar nu weet de Franse arbeidersklasse het. Tenminste heeft ze het begin er van gezien.

De werktijd

De jongste wetsdecreten zijn van vérdragende betekenis. De arbeidstijd is voor de bedrijven, die voor de nationale verdediging werken, op zestig uur gebracht, waarmee de Franse arbeidersklasse twintig jaren teruggeworpen is. Bovendien is bepaald, dat de arbeidstijd nog boven de zestig uur opgevoerd kan worden na toestemming van de minister van arbeid. Deze bepaling geldt niet alleen voor de bedrijven voor de nationale verdediging in engere zin, maar voor “alle andere werkplaatsen en fabrieken, die in het belang van de nationale verdediging werken”. Er ligt dus niets in de weg, hierin de hele metaalindustrie, mijnbouw, chemische industrie en transport te betrekken. De democratische bourgeoisie is klaarblijkelijk vast besloten, de fascistische staten op het gebied van de uitbuiting der massa’s “in te halen en voorbij te streven”. Voor de vakverenigingen betekent het, dat met een ministeriële pennenstreek alle collectieve contracten zijn opgeheven. Daladier blijkt toch niet zo’n goede democraat als men aanvankelijk had gemeend.

De werklozen

De bezittende klasse weet ook met de werklozen wel raad. Per decreet is bepaald, dat ze ieder werk, dat hun door de officiële arbeidsbeurzen in de industrie voer de nationale verdediging wordt aangeboden, moeten aanvaarden, “waar dit ook gelegen is”. Dat is dus dezelfde oplossing vaan het werklozenvraagstuk, als hun onvriendelijke buren aan de andere zijde van de Rijn hebben toegepast. Oorspronkelijk is de oplossing dus niet.

Moderne slaven

Maar de bezittende klasse is er niet van overtuigd, dat de Franse arbeiders met ware arbeidsliefde hun zestig uur vol maken en dat ze dus naar andere werkgelegenheid gaan omzien. Daarom is tegelijk per decreet bepaald, dat geen enkele bedrijfsleider in Frankrijk een arbeider, die in de bedrijven voor nationale verdediging gewerkt heeft, mag aannemen zonder toestemming van de inspecteur van de arbeid. En deze verleent deze toestemming alleen, wanneer deze arbeider om de een of andere strafmaatregel eruit gesmeten is. Ook deze maatregel is dus niet oorspronkelijk; ook deze is van de Duitse fascisten afgekeken. De zaak komt hierop neer, dat de arbeider niet meer van werkplaats verwisselen kan; hij is aan de fabriek gebonden, zoals de vroegere slaven aan de grond. De democratische bourgeoisie heeft haar Duitse soortgenoten zo al niet voorbijgestreefd, dan toch in ieder geval ingehaald.

Onbepaalde diensttijd

Ook ten opzichte van de militaire diensttijd wordt de druk op de massa’s versterkt. Reeds was de diensttijd met het oog op het Duitse gevaar tot twee jaar verlengd en nu is volgens het “Journal officiel” van 21 maart deze wettelijke begrenzing opgeheven. De jongens moeten nu onder de wapenen blijven, zolang de regering dat voor nuttig houdt. De nieuwe bepaling luidt: “Behalve bij gehele of gedeeltelijke mobilisatie kan de regering op voorstel van de minister van nationale verdediging besluiten, een deel van de militaire lichting, die haar wettelijke diensttijd vervuld heeft, onder de wapenen te houden”. Niemand weet dus, wanneer hij feitelijk kan “afzwaaien”.

Alles bij elkaar is het wel duidelijk, dat Frankrijk niet meer door het parlementaire stelsel geregeerd wordt, maar zich tot “totalitaire staat” ontwikkelt.


Compiled by Vico, 11 September 2021


























Overzicht